Beurs Eurozone Shares
Advertorial
Wat betekent een nieuwe voorzitter voor de ECB?
Eind oktober legt Mario Draghi zijn functie als voorzitter van de ECB neer. Hij zal worden opgevolgd door
Christine Lagarde, voormalig directrice van het IMF. Sinds haar nominatie door EU-leiders deze zomer
proberen talloze financiële deskundigen na te gaan wat haar benoeming zal betekenen voor het monetair
beleid van de ECB en, in het verlengde daarvan, voor de economie van de eurozone en regionale
aandelenmarkten. Gaat ze het langdurige opkoopprogramma, beter bekend als kwantitatieve verruiming,
nieuw leven inblazen? Houdt ze de rente negatief? Gaat ze de negatieve rente nog verder verlagen? Dit
is naar ons idee vergeefse moeite. Het is namelijk onmogelijk om te voorspellen welk beleidspad Lagarde
– of welke centrale bankier dan ook – gaat bewandelen, maar dat is geen ramp voor beleggers.
Beleggers kunnen namelijk actief zijn op de kapitaalmarkten zonder te moeten voorspellen in welke
richting het monetair beleid zich gaat ontwikkelen.
Van oudsher handelen voorzitters van centrale banken vaak anders dan uit hun eerdere toespraken of
notities op te maken is. Centrale bankiers zijn ook maar mensen, met opvattingen en meningen die in de
loop der tijd veranderen. Dit wordt duidelijk als we kijken naar de voorzitters van de Amerikaanse Federal
Reserve (Fed). Vóór zijn rol als voorzitter van de Fed was Ben Bernanke een gerenommeerde specialist
op het gebied van de Grote Depressie. In openbare artikelen en voordrachten over dit onderwerp ging hij
in op de fouten die de Fed volgens hem (en met hem vele anderen) heeft begaan tijdens de crisis,
waaronder het dichtdraaien van de geldkraan in plaats van het verhogen van de liquiditeit – met als
gevolg een deflatoire schok in het financiële systeem. Toen hij tijdens de wereldwijde financiële crisis van
2008-2009 aan het hoofd van de Fed stond, maakte hij echter dezelfde fouten. De precieze invulling van
zijn beleid week daarvan af, maar het resultaat was hetzelfde: minder liquiditeit. Hij deed niet eens de
greep in de beleidstrukendoos die zijn voorgangers sinds jaar en dag al doen om de liquiditeit te
verhogen: de rente waartegen banken van de Fed lenen verlagen tot onder het tarief waartegen banken
bij elkaar lenen. Dit viel eigenlijk wel te verwachten van een expert op het gebied van monetaire
geschiedenis.
Een ander voorbeeld is William McChesney Martin, die het ambt in de jaren '50 en '60 bekleedde. Ook hij
stond bekend om zijn kennis omtrent de werking van de kapitaalmarkten. Toen hij kritiek kreeg omdat hij
de rente laag hield ondanks stijgende inflatie, kwam hij met een humoristische verklaring op de proppen:
zodra iemand voorzitter van de Fed wordt, wordt die persoon gedwongen om een pil te nemen die alle
herinneringen aan effectief monetair beleid volledig uitwist. Vervolgens legde hij uit dat het monetaire
systeem normaal gesproken in goede handen is bij Fed-voorzitters, ware het niet dat geheugenverlies
roet in het eten gooit. Toen zijn opvolger (en steevaste criticus) Arthur Burns vergelijkbare kritiek te
verwerken kreeg, grapte hij dat hij "Martins pilletje" had geslikt. Deze luchtige anekdote bevat een kern
van waarheid: eerdere uitspraken en standpunten hebben geen voorspellende waarde.
De onvoorspelbaarheid wordt in de hand gewerkt doordat Christine Lagarde geen wetenschappelijke
achtergrond op monetair gebied heeft. Bovendien maakt ze haar debuut als centraal bankier. Als
directrice van het IMF en Franse minister van Financiën heeft Lagarde wel politieke functies bekleed –
ervaring waardoor ze ogenschijnlijk beter in staat is fiscaal beleid te ontwikkelen dan monetair beleid.
Voordat ze de politiek inging was ze werkzaam als advocaat, niet als econoom, en bovendien heeft ze
geen universitair diploma in de economie. Sommige deskundigen speculeren dat Lagarde zich meer op
politiek toezicht en diplomatie zal toeleggen omdat de ECB niet alleen toeziet op monetair beleid maar
ook op regelgeving voor banken. De ECB speelt ook een rol bij het afwikkelen van noodlijdende banken
en het redden van overheden. Dat vereist een bekwame politieke onderhandelaar die respect afdwingt bij
ministers van financiën en staatshoofden. Mocht ze zich dus op politiek leiderschap concentreren,
verwachten deze experts dat ze het ontwikkelen van monetair beleid zal overlaten aan andere
directieleden van de ECB, die op dat gebied meer ervaring hebben. Dit zien wij als een plausibel scenario
en zou haar eerdere uitspraken over monetair beleid nóg minder relevant maken.
Lagardes persoonlijke standpunten over negatieve rente en kwantitatieve verruiming doen er mogelijk
sowieso niet zoveel toe, ongeacht of de bovenstaande hypothese juist blijkt. Voorzitters van centrale
banken hebben niet overdreven veel invloed. Ze zitten vergaderingen voor, houden persconferenties en
stellen agenda's op, maar de ECB onderwerpt voorstellen aan een plenaire stemming. Lagarde krijgt
slechts één stem in de raad van bestuur van de ECB, waar ook de vijf andere directieleden en de
voorzitters van de centrale banken van alle negentien lidstaten van de eurozone deel van uitmaken. Ieder
lid heeft zijn eigen meningen en vooroordelen en interpreteert economische cijfers op zijn eigen manier.
Om in zo'n grote groep consensus te bereiken, hebben afzonderlijke personen minder invloed, of ze nu
de voorzitter zijn of niet.
Het goede nieuws voor beleggers is dat het helemaal niet nodig is om monetair beleid te voorspellen,
omdat de markten geen vaste reactie op deze besluiten hebben. Renteverlagingen zijn dus niet per se
goed of slecht voor de aandelenmarkten of voor de economie. Renteverhogingen ook niet. Het hangt er
allemaal van af of een besluit passend is op het moment dat het wordt genomen, en dat is weer
afhankelijk van een groot aantal factoren. Fouten van centrale banken kunnen een risico vormen voor de
economie en de markten, maar naar ons idee hoeven beleggers deze risico’s niet te voorspellen
aangezien ze niet direct een bearmarkt voor aandelen teweegbrengen. In het verleden is het niet nodig
gebleken om aandelen direct te verkopen wanneer de centrale bank een besluit neemt. 1 Aandelen blijven
vaak juist nog enige tijd stijgen. Beleggers die besluiten van centrale banken als timingshulpmiddel
gebruiken, lopen daardoor rendement mis. Wij denken dan ook dat beleggers er goed aan doen de
mogelijke effecten in alle rust te beoordelen om beter onderbouwde beslissingen te nemen.
Fisher Investments Nederland is de handelsnaam die wordt gebruikt door de vestiging van Fisher
Investments Luxembourg, Sàrl in Nederland (“Fisher Investments Nederland”). Fisher Investments
Nederland is geregistreerd in het handelsregister van de Nederlandse Kamer van Koophandel met het
ondernemingsnummer 75045486. Als de Nederlandse tak van Fisher Investments Luxembourg, Sàrl,
staat Fisher Investments Nederland onder het toezicht van de Commission de Surveillance du Secteur
Financier (“CSSF”) en is geregistreerd bij de Nederlandse Autoriteit Financiële markten. Fisher
Investments Luxembourg, Sàrl is een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid in
Luxemburg (onder het nummer: B228486) die ook handelt onder de naam Fisher Investments Europe
(“Fisher Investments Europe”). Fisher Investments Europe is gereguleerd door de CSSF. Het
geregistreerde adres van Fisher Investments Europe is: K2 Building, Troisième étage, Forte 1, 2a rue
Albert Borschette, L-1246 Luxembourg.
Fisher Investments Europe besteedt sommige aspecten van het dagelijkse beleggingsadvies,
portefeuillebeheer en portefeuillehandelingen uit aan gelieerde ondernemingen. Meer specifiek zal de
voorbereiding van rapporten met betrekking tot de geschiktheid van de beleggingen gedeeltelijk
uitgevoerd worden door Fisher Investments Europe Limited, handelend onder de naam Fisher
Investments UK ("Fisher Investments UK"), en zal de dagelijkse besluitvorming over de
portefeuillestrategie uitgevoerd worden door Fisher Asset Management, LLC, handelend onder de naam
Fisher Investments ("Fisher Investments"). Portefeuillehandelingen kunnen worden verricht door Fisher
Investments Europe, Fisher Investments UK of andere gelieerde ondernemingen.
Beleggen op de financiële markten brengt een risico van verlies met zich mee en er is geen garantie dat
het belegde kapitaal geheel of gedeeltelijk terugbetaald zal worden. Rendementen uit het verleden
bieden geen garantie voor toekomstige rendementen en geven daar geen betrouwbare indicatie van. De
waarde en opbrengst van de beleggingen volgen de schommelingen van de wereldwijde
aandelenmarkten en van de internationale wisselkoersen.
1 Bron: FactSet, per 15/8/2019. Gebaseerd op het rendement van de MSCI World Index en op monetaire-
beleidsverklaringen van de Amerikaanse Federal Reserve, de ECB, de Japanse centrale bank en de
Bank of England, 31/12/1969 – 31/7/2019.