China's bedachtzame stappen naar vrijere markten
Advertorial
China's bedachtzame stappen naar vrijere markten
Het lijkt erop dat de Chinese beleidsmakers vorig jaar een aantal stappen hebben genomen om de
marktwerking meer ruimte te geven in de economie. Die maatregelen hebben onder andere
geleid tot faillissementen onder bedrijven en banken – ontwikkelingen die in de media vaak
aangeduid werden als bewijs dat de Chinese economie zwaar onder druk staat. Wij geloven dat
de pijn tijdelijk en ook dragelijk is: het lijkt niet meer dan een bijwerking van de nieuwste
stappen die China op de lange weg naar vrijere markten heeft genomen. Uiteindelijk profiteren
zowel China zelf als iedereen die daar zaken doet (dus ook bedrijven uit de eurozone) van de
geleidelijke liberalisering van het land. Daar zijn we van overtuigd.
In de geglobaliseerde economie van tegenwoordig hebben landen er baat bij als het hun
handelspartners voor de wind gaat. Landspecifieke factoren zijn zonder meer belangrijk, maar in
onze optiek kan de externe vraag naar de goederen en diensten van een land ook een
doorslaggevende factor zijn voor de groei. Dit geldt in het bijzonder voor de lidstaten van de
eurozone, die veel handel drijven met de rest van de wereld. In het derde kwartaal van 2019
kwam de export van de 19 landen van de eurozone neer op 49,7% van het bbp (bruto nationaal
product, maatstaf van de overheid voor de economische output). 1 De export naar China was goed
voor 7,7% van de totale export vanuit de eurozone. 2 Dit lijkt ons een van de redenen dat zoveel
Europese experts de (reële of vermeende) economische problemen van China zo nauwlettend
volgen. Om te kunnen beoordelen of "reëel" of "vermeend" de betere omschrijving is, moeten we
de prioriteiten van de Chinese overheid begrijpen.
China heeft een zogenaamde centraal geleide economie. Dat wil zeggen dat de overheid een
aanzienlijke invloed uitoefent op de economie, en zelfs trends, verschuivingen en
groeistrategieën plant.
Omdat er geen vrije verkiezingen zijn tussen meerdere partijen, maakt de regerende
Communistische Partij zich zorgen om opstanden en maatschappelijke onrust, zoals de
demonstraties op het Tiananmenplein in 1989, die met geweld werden neergeslagen. We denken
dan ook dat de Chinese autoriteiten het voorkomen van onrust en oppositie als prioriteit nummer
één beschouwen – en het lijkt erop dat ze hebben ontdekt dat economische mogelijkheden en
groei een belangrijk instrument zijn om dat te bereiken. Als de groei zou bezwijken, zou de
machtspositie van het regime door maatschappelijke onrust in gevaar kunnen komen, is de
consensus. Sterke economische groei is dus waarschijnlijk een prioriteit voor de Chinese
beleidsmakers. Dat verklaart waarom ze vaak kleinschalige maatregelen nemen om de groei te
stimuleren wanneer een deel van de economie in zwaar weer verkeert: ze willen voorkomen dat
de zwakte zich verspreid.
Markteconomieën – waarin de particuliere sector de prijzen bepaalt en de controle heeft over het
productieproces, waarbij de overheidsinterventie minimaal is – zijn door de bank genomen
efficiënter en groeien op lange termijn duurzamer dan planeconomieën, is onze conclusie. Dat
zou betekenen dat China er baat bij zou hebben om de markten vrijer te laten opereren. Maar als
dat te snel gebeurt, zou dat het systeem waarschijnlijk opschudden en zou de maatschappelijke
stabiliteit in gevaar kunnen komen. Dit lijkt ons de reden dat de Chinese overheid over het
algemeen behoedzaam liberaliseert. Veranderingen worden meestal stapsgewijs ingevoerd, zodat
de beleidsmakers de ruimte hebben ze ongedaan te maken of af te zwakken als ze te veel
opschudding veroorzaken.
Zo te zien heeft de overheid het afgelopen jaar ook naar dit patroon gehandeld. Een greep uit de
maatregelen die het meest in het oog springen: ten eerste wijken toezichthouders incidenteel af
van de gewoonte dat bedrijven met betalingsproblemen overeind worden gehouden door lokale
overheden of dat slechte leningen worden overgenomen door staatsbanken. In plaats daarvan
richten ze meer faillissementsrechtbanken naar westers voorbeeld in, die Chinese bedrijven
aanzetten tot herstructurering en ze naar manieren laten zoeken om hun schuldeisers te betalen en
anders overgaan tot liquidatie. Door de toename van het aantal faillissementsaanvragen kan het
lijken alsof het bedrijfsleven wegkwijnt. Maar wat ons betreft onderstreept het de toenemende rol
van marktwerking bij de overlevingsstrijd van bedrijven in moeilijkheden. Hierdoor kunnen
beleggers en schuldeisers al langzaamaan wennen aan het risico op verlies en komt het vermogen
van failliete bedrijven vrij voor winstgevendere doelen. Voor een goed functionerende
markteconomie zijn beide factoren cruciaal. Er is echter nog altijd ruimte voor verbetering:
rechtbanken kiezen vaak de kant van de failliete bedrijven in plaats van die van de schuldeisers
als eerstgenoemden een sleutelrol in de lokale economie spelen.
Ten tweede wordt er in maart nieuwe wetgeving van kracht die de beursgang van ondernemingen
(voor het eerst aandelen op de beurs laten noteren) moet gaan stroomlijnen en versnellen. Een
beursgang is voor bedrijven een manier om kapitaal aan te trekken. Momenteel moeten niet-
beursgenoteerde Chinese bedrijven eerst aan strenge juridische normen voldoen, waarbij ze
onder andere moeten bewijzen dat ze consequent winst kunnen maken. Sommigen zagen een
nieuwe beursgang dan ook als een keurmerk van de overheid. De nieuwe regels stellen
openbaarmaking en transparantie centraal, waardoor beleggers zelf kunnen beslissen hoe
waarschijnlijk het is dat bedrijven winstgevend zullen zijn. Het kan even duren voordat beleggers
inzien dat ze nu zelf verantwoordelijk zijn voor hun 'due diligence'. Maar wij zien dit als een
waardevolle stap in de richting van een gezonde vrije markt, waarbij het risico op verlies
onmisbaar is.
Ten derde lijkt het erop dat China een aantal sectoren openstelt die lange tijd gesloten waren
voor buitenlandse deelname – waaronder de financiële sector, energie en gezondheidszorg. De
overheid gaat daarbij niet overhaast te werk, maar houdt de inspanningen voor liberalisering in
evenwicht met maatschappelijke stabiliteit.
Eén domein waar duidelijk wordt hoe behoedzaam en traag de regering te werk gaat, is de
manier waarop met bankfaillissementen wordt omgegaan. Afgelopen mei nam de overheid de
wankelende Baoshang Bank over en kregen schuldeisers en beleggers in eerste instantie te horen
dat ze een deel van het verlies zouden moeten dragen. Toen in reactie daarop de rente op
kortlopende obligaties van Chinese banken met een lagere rating steeg – wat suggereert dat de
markten bang waren voor een verhoogd wanbetalingsrisico, kondigde de overheid aan dat
zakelijke crediteuren vrijwel volledig zouden worden terugbetaald. Een vergelijkbaar geval is de
Hengfeng Bank, die eind vorig jaar met een financieringstekort te kampen had en vervolgens
RMB 100 miljard aan nieuwe aandelen uitgaf. Het Chinese staatsfonds en een lokale
beleggingsmaatschappij met overheidssteun kochten samen 96% van die aandelen. De toekomst
van een onderneming in zwaar weer wordt nog nét niet alleen aan de marktwerking overgelaten.
Dit benadrukt volgens ons dat de overheid probeert de stabiliteit van de economie en de
maatschappij op korte termijn in evenwicht te houden door op lange termijn meer openheid te
creëren.
We zien enig bewijs dat er op de markten meer risico ingeprijsd wordt nu die impliciete garantie
van de overheid zwakker wordt. Veel instabiele banken moeten een hogere rente betalen en
lijken meer moeite te hebben met het aantrekken van kapitaal. Maar ons onderzoek suggereert
dat beleidsmakers nog steeds bereid zijn in te grijpen als ze geloven dat het omvallen van een
bepaalde bank het vertrouwen in het financiële systeem als geheel – en daarmee de
maatschappelijke stabiliteit – in gevaar brengt. Een delicaat evenwicht, dat de moeite waard is
om in de gaten te houden. We denken dat China dit beleid zal voortzetten, waarbij de overheid
de marktwerking geleidelijk aan meer speelruimte geeft en klaar staat om in te grijpen als de
verstoring te groot dreigt te worden.
De Chinese economische hervormingen halen zo te zien niet de hele economische structuur van
het land overhoop. Maar we zijn ervan overtuigd dat ze de Chinese economie na verloop van tijd
naar een duurzamer groeipad zullen manoeuvreren, zodat de economie minder afhankelijk wordt
van staatssteun. Op lange termijn denken we dat een efficiënter, open en geliberaliseerd China op
een duurzamere manier zal kunnen bijdragen aan de groei van de wereldeconomie. Daar zouden
zijn handelspartners ook baat bij hebben – waaronder de eurozone.
Fisher Investments Nederland is de handelsnaam die wordt gebruikt door de vestiging van Fisher Investments Luxembourg, Sàrl in Nederland (“Fisher Investments Nederland”). Fisher Investments Nederland is geregistreerd in het handelsregister van de Nederlandse Kamer van Koophandel met het ondernemingsnummer 75045486. Als de Nederlandse tak van Fisher Investments Luxembourg, Sàrl, staat Fisher Investments Nederland onder het toezicht van de Commission de Surveillance du Secteur Financier (“CSSF”) en is geregistreerd bij de Nederlandse Autoriteit Financiële markten. Fisher Investments Luxembourg, Sàrl is een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid in Luxemburg (onder het nummer: B228486) die ook handelt onder de naam Fisher Investments Europe (“Fisher Investments Europe”). Fisher Investments Europe is gereguleerd door de CSSF. Het geregistreerde adres van Fisher Investments Europe is: K2 Building, Troisième étage, Forte 1, 2a rue Albert Borschette, L-1246 Luxembourg.
Fisher Investments Europe besteedt sommige aspecten van het dagelijkse beleggingsadvies, portefeuillebeheer en
portefeuillehandelingen uit aan gelieerde ondernemingen. Meer specifiek zal de voorbereiding van rapporten met
betrekking tot de geschiktheid van de beleggingen gedeeltelijk uitgevoerd worden door Fisher Investments Europe
Limited, handelend onder de naam Fisher Investments UK ("Fisher Investments UK"), en zal de dagelijkse
besluitvorming over de portefeuillestrategie uitgevoerd worden door Fisher Asset Management, LLC, handelend
onder de naam Fisher Investments ("Fisher Investments"). Portefeuillehandelingen kunnen worden verricht door
Fisher Investments Europe, Fisher Investments UK of andere gelieerde ondernemingen.
Beleggen op de financiële markten brengt een risico van verlies met zich mee en er is geen garantie dat het belegde
kapitaal geheel of gedeeltelijk terugbetaald zal worden. Rendementen uit het verleden bieden geen garantie voor
toekomstige rendementen en geven daar geen betrouwbare indicatie van. De waarde en opbrengst van de
beleggingen volgen de schommelingen van de wereldwijde aandelenmarkten en van de internationale
wisselkoersen.
1 "'Bron: FactSet, per 14/01/2020"
2 "'Ibid"